artikel in Financieel Dagblad
De branche rond zonne-energie maakt luid en duidelijk kenbaar ook zonder subsidie te kunnen functioneren. Dat past in het beleid om uit de hoek van die leuke, positieve milieujongens te komen en een meer zakelijke uitstraling te krijgen. Daarbij hebben ze de cijfers aan hun kant. ‘Je kunt op een bierviltje uitrekenen wanneer je aan je zonnepanelen gaat verdienen’, zegt Peter Desmet. ‘Acht panelen kosten zo’n € 3500, inclusief installatie. Dat scheelt jaarlijks € 400 op de energienota, dus na acht of negen jaar gaan ze winst opleveren. Ook zonder subsidie.’ Desmet, eigenaar van groothandel Solarclarity waar installateurs en bouwers alles op het gebied van panelen, beugels en omvormers kunnen bestellen, gelooft in het succes van zonne-energie omdat het systeem zo simpel is. ‘Een zonnepaneel is niet veel meer dan een glasplaat met wat platgeslagen zand. Niet kapot te krijgen. Je hebt voor de installatie bijna nooit een vergunning nodig. Bovendien passen zonnepanelen bij de huidige participatiemaatschappij. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen stroom. Dat vinden veel mensen prettig.’
Chinese import
Ondanks al dit positivisme, inherent aan producten met een milieuclaim, zijn er toch nog veel onzekerheden voor degenen die zonnepanelen willen plaatsen. Want wie kan er op het gebied van nieuwe technologie acht of negen jaar vooruit kijken? Twee jaar geleden kochten Nederlanders zonnepanelen die 70% duurder waren dan nu het geval is. Kan zo’n prijsval, veroorzaakt door goedkope Chinese import, er niet opnieuw komen, zodat je beter nog even kunt wachten? Desmet: ‘De prijzen van Chinese import liggen vijf jaar vast. Ik denk niet dat er nog sterke prijsdalingen komen. De computer is ook veel goedkoper -geworden, maar eens houdt dat op.’ De vraag is hoe blij overheid en energiemaatschappijen straks zijn als ‘iedereen’ z’n eigen centrale op z’n dak heeft. Desmet: ‘Dat is een punt. Als stroom wordt opgewekt in een energiecentrale of windmolenpark, kan een energiemaatschappij omzet maken en de overheid belasting heffen. Als het individu de productie overneemt, wordt dat anders. De overheid kan moeilijk belasting heffen over iets wat mensen zelf maken. Hooguit zullen ooit voor nieuwe aansluitingen nieuwe heffingen worden opgelegd. Met terugwerkende kracht is dat door EU-wetgeving in elk geval niet mogelijk.’
Stroomsalderen
Op dit moment lijkt het niet gunstig zonnepanelen te installeren. Het wordt vroeg donker, de winter staat voor de deur. Bewoners met zonne-energie zien hun tellertjes steeds trager lopen. Maar financieel maakt dat niet uit. Huishoudens mogen het overschot aan stroom dat ze in de zomer opwekken, teruggeven aan hun energiebedrijf. Dat is wettelijk verplicht de overtollige particuliere stroom tot maximaal 5000 kWh per jaar één op één te verrekenen met de reguliere stroomprijs, inclusief belastingen. Dat betekent dat de energieleverancier én de overheid moeten inleveren. De wet die dit ‘salderen’ regelt, is van 1998, toen zonnestroom nog in de hobbyhoek van een groepje milieufreaks zat. Inmiddels gaat het om een sector waar straks miljarden in omgaan. Hoeveel jaar mogen consumenten nog op dat, voor de overheid dure, salderen rekenen? Desmet: ‘Energiemaatschappijen zitten niet te wachten op stroom van particulieren in de zomer, als er toch al veel minder verbruikt wordt. En de overheid krijgt minder geld binnen. Maar het zal nog jaren duren voordat er een nieuwe wet op het salderen komt, zeker nu in het Energieakkoord geen voornemens staan het in te perken.’