EIA: budget investeringsaftrek energiemaatregelen vergroot
Het fiscale voordeel van de investeringsaftrek is vergroot en het beschikbare budget voor EIA en MIA/Vamil is verruimd.
Afnemers die investeren in energiebesparende technieken kunnen een deel van de investering aftrekken van de winstbelasting. Dit fiscale voordeel is voor de EIA vergroot van netto plm. 10 procent naar 14 procent voor 2016. Dit maakt investeren in o.a. energie-efficiënte klimaatinstallaties voor gebouwen, energiezuinige productietechnieken in de industrie, energiebesparing bij vervoer en energieopwekking met zon, biomassa en groen gas interessant.
EIA en MIA/Vamil
De Energie Investeringsaftrek (EIA) is beschikbaar voor ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De investering moet een bedrijfsmiddel betreffen dat voldoet aan de eisen van de Energielijst en dat minimaal 2500 euro kost. Van de investering komt 58 procent in aanmerking voor aftrek van de fiscale winst (IB of VPB).
Netto komt dit neer op ongeveer 14 procent. De MIA werkt vergelijkbaar en levert een aftrek die op kan lopen tot 36 procent. De Vamil is de vervroegde afschrijving: door zelf het moment van afschrijving (tot 75 procent ineens) te kiezen, kan een maximaal fiscaal voordeel behaald worden.
Energielijst en milieulijst
Voor genoemde regelingen zijn maatregelenlijsten opgesteld die jaarlijks worden herzien. Voor 2016 is de Energielijst voor de EIA en de Milieulijst voor de MIA/Vamil vorige week op 30 december gepubliceerd. Een afnemer die gebruik wil maken van de regeling moet de aanvraag daarvoor tijdig aanvragen en de leverancier die in de offerte al het voordeel van de investeringsaftrek meeneemt, zou de klant daarbij kunnen adviseren.
Voor 2016 is 161 miljoen euro beschikbaar voor de EIA en 137 miljoen voor de MIA/Vamil. In 2014 werd in Nederland voor ruim 3,6 miljard geïnvesteerd, waarbij van deze regelingen gebruik werd gemaakt. Voor 2016 is het beschikbare budget vergroot, dus is een nog hoger investeringsbedrag mogelijk. De Energielijst en Milieulijst zijn samengevoegd in een totaaloverzicht van alle maatregelen die in aanmerking komen.
Meer informatie:
Brochure RVO Energie Investeringsaftrek 2016
Brochure RVO MIA/Vamil 2016
Fiscaal voordeel in 2016 met EIA
Op 30 december is in de Staatscourant de Energielijst 2016 gepubliceerd. De lijst bevat energiebesparende technieken die in aanmerking komen voor Energie Investeringsaftrek (EIA). In 2016 is er wederom fiscaal voordeel. Het aftrekpercentage gaat omhoog van 41,5 procent naar 58 procent. Hierdoor ontstaat er een netto voordeel van ongeveer 14 procent voor EIA aanvragers.
Het budget van de EIA wordt verhoogd van € 106 miljoen in 2015 naar € 161 miljoen in 2016. De EIA is een fiscale regeling van het ministerie van Economische Zaken en biedt bedrijven fiscaal voordeel bij het nemen van energiebesparende maatregelen.
Vier nieuwe technieken
Elk jaar actualiseert RVO.nl de Energielijst op basis van innovaties in de markt en ontwikkelingen op het gebied van normen en keurmerken. Het bedrijfsleven doet zelf ook voorstellen voor aanvullingen op de Energielijst. In 2016 zijn vier nieuwe technieken aan de lijst toegevoegd. Deze technieken; snelloopdeur voor koel- of vriescellen, een besparingssysteem voor klimaatinstallaties, standairco en zonnepanelen op transportmiddelen, staan in de Energielijst 2016 beschreven.
Over de EIA
De EIA is een fiscale stimuleringsregeling gericht op energiebesparing van de ministeries van Economische Zaken en Financiën. De Belastingdienst en RVO.nl voeren de regeling uit. De EIA, sinds 1997, gaat het twintigste jaargang in en levert een belangrijke bijdrage aan de nationale energiedoelstellingen.
Energielijst online beschikbaar
De EIA Energielijst 2016 is op 30 december 2015 gepubliceerd in de Staatscourant en is ook online te vinden op www.rvo.nl/eia.
Energiebelasting 2016
Geschreven door Jan Willem Zwang – Greencrowd
Trendbreuk
In 2016 treedt het nieuwe belastingplan in werking. Een dolk in de rug van het vertrouwen in overheidsbeleid op het gebied van duurzame energie.
Stukje geschiedenis
In 1996 is de energiebelasting ingevoerd als heffing op het gebruik van elektriciteit en gas. Deze belastingmaatregel is destijds ingevoerd als vergroening van het belastingstelsel door de twee paarse kabinetten. Voor wie het niet meer weet: paars was de combi van VVD en PvdA (ook toen al…) en D66. Wie weet wat de kleur van het huidige kabinet is, mag het zeggen maar ik vermoed blauw en wij zitten de volgende ochtend met de kater.
De heffing is budgetneutraal ingevoerd, dat wil zeggen tegelijkertijd met de invoering van de energiebelasting zijn de inkomstenbelastingen met een bedrag gelijk aan de opbrengst van de energiebelasting verlaagd. Het doel van de energiebelasting is een efficiënt gebruik van energie te stimuleren. Tot zover de theorie.
Praktijk
Sinds de introductie van energiebelasting, is deze als volgt ontwikkeld:
In 1996 ontliepen de energiebelasting op gas (€ 0,1452 per m3) en elektriciteit (€ 0,1339 per kWh) elkaar niet veel, ondanks het verschil per energetische inhoud van de twee. In de eerste jaren is er een sterke stijging van de heffingen geweest, vooral op gas. Daarna, in de periode 2001 tot en met 2015, was de stijging wat minder. Henri ter Hofte rekende mij voor dat de gemiddelde jaarlijkse stijging voor gas in die periode 3,4 % was en voor elektriciteit 5,3%. Wanneer we echter naar de periode 1996 tot en met 2015 kijken, is de gemiddelde jaarlijkse groei voor gas 14,5% en voor elektriciteit 12,2%.
Trendbreuk
Inmiddels zijn de tarieven voor 2016 bekend en is er sprake van een trendbreuk. Wat is het geval? Onder het mom van ‘vergroening van het belastingstelsel’ (waar hebben we die eerder gehoord) wordt de energiebelasting op gas fors verhoogd. Sterker nog, de stijging ten opzichte van 2015 is 31,7%! Tegelijkertijd wordt de energiebelasting op elektriciteit verlaagd met 15,8%!
Onvoorstelbare stijgingen en dalingen zal je denken, maar in de beginjaren van de energiebelasting was het nog veel gekker. Sinds 2004 is de jaarlijkse stijging voor gas al twee keer meer dan 11% geweest en in 2009 was de stijging op elektriciteit 49,2%. Er gebeuren dus wel gekkere dingen.
Wat echter niet eerder is gebeurd, is dat er een verlaging is geweest op de energiebelasting. En de vraag is waarom…
Voor- en nadelen
Wat zijn de voordelen van het verhogen van de energiebelasting op gas? Consumenten (want die worden uiteraard getroffen) worden sterk geprikkeld om minder gas te gebruiken door bijvoorbeeld te isoleren, een zonnecollector te plaatsen en eventueel warmteterugwinning te gaan realiseren, bijvoorbeeld in de douche. Er zal dus iets minder gas worden gebruikt (het gros van het gasverbruik is industrieel) en er zal misschien een bevinkje minder plaatsvinden in Groningen maar pin me hier niet op vast.
Het nadeel van het verhogen van de energiebelasting op gas is dat mensen veel meer gaan betalen, ook de mensen die in een (sociale) huurwoning zitten en zelf niet zo snel in dure maatregelen zullen (of kunnen) investeren. En wat dacht je van de mensen die niet eens gas gebruiken maar zijn aangesloten op een warmtenet? De ACM bepaalt ieder jaar het maximale GJ-tarief voor warmte en dit is bijna volledig gebaseerd op de prijs voor gas INCLUSIEF de energiebelasting op gas. De gebonden warmteklant is dus flink in de aap gelogeerd wanneer de ACM hier in de nieuwe tariefstelling geen rekening mee houdt.
Wat zijn de voordelen van het verlagen van de energiebelasting op elektriciteit? Iedereen gaat minder betalen en men houdt dus meer geld over. Dat is mooi want dat stroomt één-op-één de economie in. De prijsvechters in de energiemarkt zullen de verlaging aangrijpen door om het hardst te roepen: ‘Wij slopen de crisis. Nu nog goedkoper. Ik zeg doen!’.
Het nadeel van het verlagen van de energiebelasting op elektriciteit is dan men minder wordt geprikkeld om minder elektriciteit te gebruiken. Het staat dan ook volledig haaks op de intentie van de energiebelasting om efficiënt met energie om te gaan.
Nog een nadeel van het verlagen van de energiebelasting op elektriciteit is dat veel mensen die net zonnepanelen hebben aangeschaft meteen een flinke kater oplopen. Zelf produceer ik gemiddeld zo’n 3.220 kWh per jaar met mijn zonnepanelen en het verlagen van de energiebelasting levert mij bijna € 74,- per jaar minder op en over de levensduur van 25 jaar zelfs ruim € 1.800,-. En dit terwijl mijn (en niet alleen die) zonnepanelenverkoper toch echt heeft geroepen dat de energieprijzen volgens het CBS de afgelopen jaren met wel 11% per jaar zijn gestegen en dat de elektriciteitsprijs misschien wel een keer kan dalen (…) maar dat de energiebelasting GEGARANDEERD blijft stijgen. Want belastingen gaan alleen maar omhoog…. Misschien wordt het nu dan echt een keer tijd dat de ACM hier eens op ingrijpt.
Investeringsklimaat
De verlaging van de energiebelasting op elektriciteit heeft nog een ander, vervelend effect. Jarenlang is gelobbyd voor het ‘kropje sla’-model voor investeringen in duurzame-energie. De aanpassingen aan de Regeling Verlaagd Tarief (ook wel bekend als de postcoderoosregeling) voor 2016 zorgen er voor dat we nu eindelijk op dat gewenste niveau zijn gekomen. De verlaging van de energiebelasting legt echter een bom onder het vertrouwen in de overheid en het energiebeleid. Er is al aangekondigd dat het salderen van zonne-energie wordt aangepast en ondanks het feit dat er officieel pas in 2017 wordt geëvalueerd, wordt er allang gerekend aan en gesproken over de te nemen aanpassingen. Sterker nog, de op dit moment verwachte contouren voor de aanpassingen in 2020 worden door sommige ambtenaren al publiekelijk gedeeld.
Mijn enthousiasme voor de postcoderoos is door de verlaging van de energiebelasting op elektriciteit helaas toch weer getemperd. Want wie zegt mij dat de energiebelasting op elektriciteit in 2017 niet weer wordt verlaagd. En in 2018. 2019… Wat blijft er dan nog over van die volledige vrijstelling? Hoe snel zitten we op of zelfs onder het niveau van de huidige 7,5 cent per kWh?
Ik ben geneigd te denken: het zal zo’n vaart wel niet lopen. Aan de andere kant: we hebben inmiddels bijna 300.000 huishoudens met zonnepanelen in Nederland en tot op de dag van vandaag heb ik, op experts als Peter Segaar van PolderPV na, nog niemand met zonnepanelen horen zeggen: “Goh, dat is toch wel balen van die verlaging op de energiebelasting, daardoor mis ik 16% van mijn inkomsten”.
Als ik dan de brief van Hans Grunfeld van VEMW vanochtend in het FD lees waarin hij stelt dat het sluiten van de kolencentrales louter duur symboolbeleid is, weet ik wel dat de fossiele lobby vele malen sterker is dan de duurzame lobby. Want wee o wee wanneer de fossiele, buitenlandse energiebedrijven een strobreed in de weg wordt gelegd. Dan gaan partijen als VEMW en VNO-NCW vol in het geweer.
Wij, ik schaar mezelf voor het gemak onder de duurzamen, hebben iconen als Jan Rotmans en Marjan Minnesma maar ook hen heb ik hier nog niets over horen zeggen. Misschien heb ik dat gemist maar dan moeten ze misschien dezelfde roeptoeter gebruiken als Hans Grunfeld, dan hoor ik het ook.
Signaal
Kortom: de verlaging van de energiebelasting op elektriciteit is een slecht signaal. Mensen worden minder geprikkeld om minder elektriciteit te gebruiken. Mensen met zonnepanelen worden gedupeerd. Het wordt financieel minder interessant om in zonnepanelen op je eigen dak te investeren. Het wordt risicovoller om op basis van de Regeling Verlaagd Tarief in zonnepanelen op daken van anderen te investeren. Er is een knauw in het vertrouwen in het ad hoc energiebeleid waardoor het investeringsklimaat voor duurzame energie verslechtert.
Nawoord
Het argument dat mensen nu vooral gestimuleerd worden om warmtepompen aan te schaffen (vermijden gas, warmte opwekken met elektriciteit) is waar maar gaat slechts voor een hele kleine groep mensen op. Mochten we in de situatie komen dat er over een aantal jaar ook zo’n 300.000 huishoudens warmtepompen hebben, dan zal er ongetwijfeld een lobby gestart zijn zodat mensen die zelf geen warmtepomp kunnen plaatsen toch mee kunnen profiteren van een warmtepomp in de bodem van een ander. En krijgen die dan weer een vrijstelling op de energiebelasting van hun gas? Zal wel niet he…
Nieuwe koepel dringt aan op scherpere doelen groene energie
Duizend bedrijven en negen brancheverenigingen gaan samen optrekken om de energietransitie sneller te laten verlopen. De nieuwe branchevereniging Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie wil dat de Nederlandse regering een scherper doel stelt voor het aandeel hernieuwbare energie en energiebesparing.
Ambitieuzer
Dat zegt voorzitter Teun Bokhoven, voorafgaand aan de officiële aftrap van de branchevereniging maandag. De Europese Commissie stelt zich als doel om in de Europese Unie een percentage duurzame energie van gemiddeld 27% te halen in 2030. Dat komt neer op een Nederlandse bijdrage van 19% tot 24%, niet veel meer dan de 16% waar we volgens Bokhoven in 2023 zijn. Volgens hem kan het daarom veel ambitieuzer. ‘Je moet als Nederland minstens voor 30% gaan. Dat lijkt een flinke sprong, maar dat is prima te doen en nodig om als land in 2050 CO2-neutraal en onafhankelijk van fossiele energie te kunnen zijn.’
Bokhoven laakt ‘de onwil’ van Nederland om voor 2030 überhaupt een doel voor hernieuwbare energie en besparing neer te leggen.
Aan de uitspraak van Bokhoven verbinden flink wat partijen zich, aangezien de voorzitter samen met negen brancheverenigingen en zeventien bedrijven in een jaar tijd een nieuwe koepel voor energie uit de grond heeft gestampt. Zo’n duizend bedrijven zijn aangesloten, waaronder Eneco, Nuon, Delta, Gasunie, PWC, Tennet en ASN Bank.
Geen concurrent
Bijzonder aan de nieuwe branchevereniging is volgens Bokhoven dat bedrijven uit verschillende takken samenkomen. Onder de leden bevinden zich onder meer netbedrijven, leveranciers en banken, alsook bedrijven uit de sector voor wind-, en zonne-energie. De voorzitter benadrukt dat de branchevereniging geen concurrent is van Energie-Nederland en Netbeheer Nederland. ‘We overleggen ook met die partijen. Zij hebben allemaal een beperkte scoop, wij kunnen onze plannen breder trekken.’
De koepel heeft twee hoofdthema’s op de agenda: de energietransitie van fossiel naar duurzaam en flexibilisering van de markt, zodat vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten. Behalve breed draagvlak voor duurzaamheid creëren bij energiebedrijven, gaat de club ook lobbyen in Den Haag. Bokhoven heeft zijn input voor het energierapport van Kamp eind dit jaar al gegeven.
9 grote internationale bedrijven gaan voor 100% Renewable Energy
Nine more giant corporations, including Nike and Walmart, pledged to transition to 100 percent renewable energy Wednesday. The announcement, made during Climate Week, is intended to show international governments that there is broad-based business support for going off fossil fuels in advance of the United Nations climate talks in December.
Goldman Sachs, Johnson & Johnson, Proctor & Gamble, Salesforce, Starbucks, Steelcase, and Voya Financial also took the RE100 pledge, organized by the Climate Group, an international sustainability non-profit. “Research shows that the most ambitious companies have seen a 27 percent return on their low carbon investments,” Mark Kenber, CEO of the Climate Group, said in a statement. “Today these companies are signaling loud and clear to COP21 negotiators that forward-thinking businesses back renewables and want to see a strong climate deal in Paris.”
Swiss bank UBS joined the pledge last week. In total, 36 companies have joined RE100 since it was launched at Climate Week last year. Some of the companies are also part of a White House initiative for sustainability investment announced in July. Those companies, which include Goldman Sachs and Walmart, will invest $140 billion in new low-carbon investment and build more than 1,600 megawatts (MW) of new renewable energy capacity.
The RE100 goals are non-binding, but in the pledge companies agree to release information about their sustainability efforts. And some companies have set specific benchmarks. For instance, Goldman Sachs says it will use 100 percent renewable energy by 2020. Johnson & Johnson has set a goal of 2050. Nike seeks to transition by 2025, and Voya International by 2015.
One company in Wednesday’s announcement, Steelcase, is already operating with 100 percent renewable electricity. Part of the goal of the RE100 initiative, though, is not just to change behavior for the companies involved, but also to draw attention to companies that are committed to renewable energy.
“For Steelcase, joining RE100 is a reflection of our ongoing commitment to renewable energy,” Jim Keane, the company’s president and CEO said. “Our current investment in renewables equaling 100 percent of our global electricity use is an important part of our energy strategy.”
Prinsjesdag: verbetering postcoderoos
Een heikel punt in het Energieakkoord was de Postcoderoosregeling. Al snel bleek die regeling in de praktijk niet werkbaar, waarna ODE en e-Decentraal hebben geijverd voor aanpassingen. Die kwamen er: de noodzaak van een tweede aansluiting verviel, er hoefde maar één keer BTW te worden betaald en de zekerheidsperiode werd verlengd. Maar dat bleek nog niet voldoende.
Business cases op basis van de Postcoderoosregeling waren niet rendabel, iets wat de betrokken ministeries van Financiën en Economische Zaken na uitvoerig overleg ook zelf onderkenden. Het rendement bleek te laag en ODE Decentraal heeft het afgelopen half jaar voor en achter de schermen stevig gepleit voor een hogere korting op de energiebelasting: die zou geen 7,5 eurocent, maar 9 eurocent moeten bedragen. Ed Nijpels is namens de Borgingscommissie met die opdracht naar het kabinet gestapt, en dat heeft vruchten afgeworpen. De hogere korting van 9 eurocent komt er met ingang van 2016, en dat is goed nieuws voor alle coöperaties die met de regeling aan de gang willen. Het is ook een groot succes voor ODE Decentraal dat aantoont dat vasthoudendheid loont. IJmert Muilwijk, vicevoorzitter van ODE Decentraal is dan ook opgetogen: “We hebben als branchevereniging grote ambities, zoals 100% duurzame elektriciteit, maar dat halen we alleen als de lokale energiebeweging echt van de grond komt. Als ODE Decentraal moeten we ervoor zorgen dat onze achterban ook in de praktijk uit de voeten kan met regels. En met deze hogere korting zetten we vandaag een belangrijke stap.”
Duurzame energie heeft behoefte aan ondernemers
Michel Hendriks is directeur investeringsfonds E3 en Roebyem Anders, vicepresident zonnepanelenleverancier Sungevity.
Het kabinet trekt meer geld uit voor duurzame energie. Minister Henk Kamp zei twee weken geleden dat hij ‘fors hogere bedragen’ in de subsidiepot voor duurzame energieproductie zal stoppen om in 2020 14% van alle energie duurzaam op te wekken. Dat is mooi, maar de manier waarop de pot verdeeld wordt, moet grondig op de schop. Nu gaat de subsidie bijna alleen naar windenergie en dat gaat ten koste van innovatie en ondernemerschap in de andere branches.
Zonneprojecten bijvoorbeeld, vorig jaar goed voor 35% van het toegekende budget, vissen de komende jaren waarschijnlijk achter het net. In juni was de pot van € 3,5 mrd voor 2015 al leeg: grotendeels verdeeld over een handvol grote wind-op-land- en warmteprojecten. Wind is hard nodig voor een succesvolle duurzame transitie, maar ook andere vormen van duurzame energie moeten zich ontwikkelen.
De afgelopen jaren hebben honderden energiecoöperaties en mkb-bedrijven geëxperimenteerd in vaak kleinschalige energieprojecten. Dat was mogelijk dankzij subsidies en noodzakelijk om een volwassen bedrijfstak te worden die klaar is voor verdere versnelling. Die ontwikkeling dreigt nu tot stilstand te komen.
Wat kunnen we doen om dat te voorkomen? Een eerste stap zou zijn om duurzame technologie een eigen budget te geven binnen de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie. Dus een eigen budget voor zonne-energie en kleinschalige biomassa. Dan kan het Energieakkoord gerealiseerd worden en worden tegelijkertijd stevige fundamenten gelegd onder duurzame industrieën. Dat lukt niet alleen met een paar grote windontwikkelaars, daarvoor hebben we de creativiteit van tienduizenden kleinere ondernemers hard nodig.
Eneco trekt handen af van Energieakkoord
Eneco staakt zijn medewerking aan de uitvoering van het Energieakkoord. Dat zegt bestuursvoorzitter Jeroen de Haas vanmiddag tegen BNR Nieuwsradio. ‘Niet omdat we dat willen, maar omdat we het niet meer kunnen betalen, schrappen we per direct €400 mln aan investeringen in duurzame energie’, aldus De Haas. Een woordvoerder van Eneco bevestigt de uitspraken van De Haas, die zijn gedaan in een voorgesprek met BNR Nieuwsradio. Om 16.30 uur zal De Haas zijn standpunt toelichten op de radiozender.
Reden voor Eneco om de investeringen te schrappen is dat minister Henk Kamp werk wil maken van de gedwongen splitsing tussen een netwerktak en de energieleverancier, aldus BNR. Afgelopen vrijdag besloot de Hoge Raad dat Eneco gesplitst mag worden en Kamp wil dat besluit uitvoeren.
Negatieve invloed
Al jaren wil de regering dat energiebedrijven gesplitst worden in een netwerktak en de energieleverancier, maar volgens De Haas heeft een splitsing een zodanig negatieve invloed op de financiering van projecten uit het Energieakkoord, dat financiering onmogelijk wordt. ‘Gesplitst zijn wij veel duurder uit, dus dit kunnen we niet meer betalen’, zegt hij tegen BNR Nieuwsradio.
Afspraken
In het Energieakkoord werden twee jaar geleden onder leiding van toenmalig SER-voorzitter Wiebe Draijer afspraken gemaakt over vermindering van de CO2-uitstoot en over energiebesparing.
Exasun wil voor zomer 2016 productiecapaciteit Nederlandse fabriek uitbreiden tot 75 megawatt
Exasun wil voor de zomer van 2016 haar productiecapaciteit van haar Nederlandse fabriek in Rijswijk uitbreiden tot 75 megawatt. Dit stelt directeur Michiel Mensink in de nieuwste editie van Solar Magazine.
Exasun kwam half april als een duveltje uit een doosje. Het Rijswijkse bedrijf stak plotseling haar hoofd boven het maaiveld uit met de lancering van niet alleen het eerste zwarte glas-glaszonnepaneel ter wereld met achterzijdecontactcellen, maar maakte en passant ook bekend een productielijn van 15 megawatt in gebruik te hebben genomen.
Als het aan directeur Michiel Mensink ligt, wordt die productielijn in de komende 12 maanden fors uitgebreid tot 75 megawatt. ‘Na de zomer gaan wij met een investeerder om de tafel om enkele miljoenen euro’s te investeren in een veel grotere productielijn dan die van 15 megawatt. Het is de intentie om in maart 2016 over 75 megawatt productiecapaciteit te beschikken.’
Wind wordt goedkoopste energiebron, later zon
De New Energy Outlook (Bloomberg) voorspelt dat in 2026 windenergie wereldwijd de goedkoopste energiebron zal zijn. Maar al snel daarna zal zonne-energie de goedkoopste worden. Duurzame stroom gaat een nieuwe fase in waarbij de groei gedreven wordt door economische factoren in plaats van stimuleringsbeleid.
De kosten van windenergie zullen blijven dalen en uiteindelijk 32% goedkoper zijn in 2040. In 2026 zal windenergie wereldwijd de goedkoopste elektriciteitsbron zijn. Wind zal daarna vrij snel worden ingehaald door zonne-energie als goedkoopste bron in 2030. De prijs voor zonneprojecten zal 48% dalen tot 2040. Dat staat in de New Energy Outlook 2015 (NEO15) van Bloomberg New Energy Finance (BNEF), de jaarlijkse lange termijn prognose over de ontwikkeling van de elektriciteitssector.
Ruim 50% hernieuwbaar
De veranderende kostenplaatjes hebben een verregaand effect op de ontwikkeling van het elektriciteitssysteem. 66% van de investeringen in nieuwe elektriciteitscapaciteit – in totaal 11.9 biljoen euro om 9,786 GW te realiseren wereldwijd – zal in hernieuwbare bronnen worden gestoken de komende 25 jaar. Dat zal er toe leiden dat de elektriciteitsmix voor 56% uit hernieuwbare bronnen zal bestaan in 2040, aldus BNEF.
Maar ondanks de toenemende marktgedreven investeringen in duurzame elektriciteit blijft de rol van fossiele bronnen groot. Vooral kolencentrales blijven een belangrijke functie vervullen. In geïndustrialiseerde landen zal hun aandeel snel afnemen maar in opkomende economieën blijven ze belangrijk vanwege de beschikbaarheid van de grondstof en de lage kosten, voorspelt NEO15.
Stijgende CO2 emissies
Dit heeft tot gevolg dat emissies van de elektriciteitssector zullen toenemen tussen 2014 en 2040 met 13%. De piek van emissie-uitstoot zal pas worden bereikt in 2029, aldus BNEF. Michael Liebreich, voorzitter van de adviesraad van BNEF zei over de prognose: ‘Het laat zien dat we enorme vooruitgang boeken naar een koolstofarm elektriciteitsysteem. Echter, het laat ook zien dat ondanks dat, kolen een grote rol zullen blijven spelen op het gebied van elektriciteit, waardoor emissies zullen blijven stijgen voor de volgende 15 jaar, behalve als er radicale beleidsmaatregelen worden genomen.’
Rechtszaak Urgenda leidt tot concrete klimaatverplichting
Nederland moet in 2020 de CO2-uitstoot met een kwart hebben teruggebracht ten opzichte van het peiljaar 1990. De rechter stelt daarmee de duurzame organisatie Urgenda grotendeels in het gelijk. De rechtbank in Den Haag heeft zich vandaag uitgesproken in de door Urgenda aangespannen rechtspraak over de duurzaamheidsinspanningen van de Nederlandse staat.
Urgenda, een organisatie die zich bezighoudt met duurzaamheid en innovatie, eiste van de Nederlandse overheid de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 40 procent te reduceren ten opzichte van 1990. De rechter heeft geoordeeld dat dit minimaal 25 procent moet zijn. Directeur Marjan Minnesma van Urgenda spreekt bij de NOS toch van een grote overwinning: “Dit is wat je altijd hoopt, maar iedereen zei ‘dit gaat nooit gebeuren’.”
Jurisprudentie
De rechter spreekt van een zeer lastige en complexe zaak, maar spreekt zich duidelijk uit in het voordeel van Urgenda en de 900 mede-eisers die zich in de klimaatzaak voegden: “Berusten in geringere reductie is onrechtmatig.” De uitspraak heeft volgens Minnesma wereldwijd grote gevolgen. Met deze jurisprudentie kunnen mensen en organisaties overheden overal ter wereld aanspreken op het terugdringen van CO2-uitstoot, zegt zij. Onder andere in België is door duizenden mensen een klimaatzaak aangespannen tegen de overheid. Urgenda spande de rechtszaak aan, omdat de organisatie meent dat de Nederlandse overheid te weinig doet om de CO2-uitstoot te laten dalen.